Waar naartoe met bemalingswater?
Ben je aan het (ver)bouwen? Soms is een tijdelijke bemaling noodzakelijk. Door het grondwaterpeil kunstmatig te verlagen of het overtollige water over te pompen, is het mogelijk de bouwwerken in droge omstandigheden uit te voeren. Dit water mag lang niet altijd naar de riool! Hoe pak je dit best aan?
Voordat je een bemaling op de riolering aanvraagt onderzoek je volgende opties:
- Beperken van het volume
- Retourneren/infiltreren
- Hergebruiken, als het om voldoende grote volumes gaat én als er geen vermoeden van vervuiling is. Sowieso zijn er beperkingen en meldings- of vergunningsplicht bij niet-particulier gebruik. Ook voor particulier gebruik gelden er beperkingen op het ter beschikking gestelde debiet. In elk geval moet er duidelijk aangegeven zijn dat het geen drinkwater is en wordt er best ook op gewezen dat grondwater ijzerhoudend kan zijn waardoor het bv. bij het poetsen lelijke, hardnekkige vlekken kan achterlaten. Lees zeker de info van de Vlaamse Milieumaatschappij.
- Afleiden naar een waterloop, in samenspraak met de lokale waterloopbeheerder of rioolbeheerder. Je leest hier meer over op de website van de Vlaamse Milieumaatschappij en op website Grondwaterindebouw.be .
- Lozen in een riool. Voor de lozing geldt een bijkomende procedure en mogelijke kosten. Daarnaast kan er ook nog een heffing van toepassing zijn op het geloosde bemalingswater in de openbare riolering. Meer over de heffing.
Als de inschatting lager is dan 10m³/u dient er geen aanvraag ingediend te worden bij Aquafin. Als het debiet hoger is dan 10m³/u en de bemaling kan enkel aangesloten worden op een gemengde of DWA-riolering, dient er wel een aanvraag ingediend te worden bij Aquafin. Als het debiet lager ingeschat wordt maar tijdens uitvoering blijkt dat het debiet toch meer is dan 10m³/u (debietsmeter is verplicht bij alle bemalingen) dan dient er alsnog een aanvraag ingediend te worden. Toelating vragen aan Aquafin
Wetgeving en vergunningen
Elke bemaling is een ingedeelde inrichting (rubriek 53 van Vlarem II). Dit houdt in dat een omgevingsvergunning klasse 1 of klasse 2 of een melding klasse 3 moet beschikbaar zijn, vooraleer de werkzaamheden kunnen gestart worden. Dit gebeurt via het omgevingsloket.
Voor het behandelen van een omgevingsvergunningaanvraag van klasse 1 en klasse 2 geldt een gewone of vereenvoudigde procedure. Een bemaling voor klasse 1 wordt behandeld door de Deputatie. Een bemaling voor klasse 2 wordt behandeld door het College van Burgemeester en Schepenen.
In een aanvraagdossier voor een vergunning of melding moeten steeds de effecten naar de omgeving onderzocht worden, op basis van de gemodelleerde debieten en het bemalingsconcept, en moet steeds vermeld worden op welke manier zal omgegaan worden met het opgepompte bemalingswater (toepassing van de bemalingscascade).
Een bemaling moet steeds geplaatst worden door een erkend boorbedrijf (discipline 1). De lijst met erkende boorbedrijven is terug te vinden op de website van VMM.
Het toetsingskader voor een bemaling is in de richtlijnen bemalingen ter bescherming van het milieu van de VMM gegeven. Het toetsingskader controleert of aan alle eisen uit het stappenplan werd voldaan.
Bemalingsstudie nodig?
Er dient een bemalingsstudie gedaan te worden voorafgaand aan de werken en uit deze studie komt dan een inschatting van het debiet.
Nuttige links
Aquafin aanvraagformulier en info
VMM bemaling in 4 stappen
VMM heffingen
VMM richtlijnen